Vechten, vluchten of bevriezen tegen rijangst is een natuurlijke reactie. Je hebt op dat moment weinig te vertellen, het gebeurt vanzelf. Net als bij elke aflevering van Scooby Doo (zie boven)
Waar je WEL invloed op hebt zijn de gedachtes voorafgaand aan de natuurlijke reactie. Deze reacties kun je lezen in het artikel over gedachtes en gevoelens lees meer over gedachten en gevoelens
Wat me het afgelopen decennium is opgevallen is dat heel veel cliënten “vechtersbazen” zijn. Een veel gehoorde uitspraak is:
- Ik ben het nu zat om …..
- ik doe er alles aan om ….
- Ik krijg die ….angst er wel onder
Waarom je vechten beter kunt ombuigen.
Vechten tegen je rijangst werkt in je nadeel, misschien niet wat je gedacht of gehoopt had.
Een voorbeeld
Vechten zoals je dat in de auto kan doen met de volgende gedachtes:
Ik wil niet dat ik die angstgevoelens krijg
Ik wil niet dat ik bang ben
Ik wil niet gaan zweten
Ik wil geen ongeluk krijgen (en daar anderen mee benadelen)
Of ik wil die hartkloppingen niet
Dit zorgt ervoor dat de focus juist op de angstgevoelens ligt, je herkent ze aan het dik gedrukte woord
Waardoor deze zeker de kop op zullen steken.
Nu denk je misschien dat is allemaal wel leuk en aardig en HOE los je dat op?
Daar zijn 2 manieren voor.
- Gedachten veranderen
- Toelaten van je angst
Een oefening om je gedachten te veranderen.
Als we het rijtje nog eens bekijken dan kan je dit op de volgende manieren omdraaien zodat het positief is.
Ik wil niet dat ik die angstgevoelens krijg
Ik wil niet dat ik bang ben
Ik wil niet gaan zweten
Ik wil geen ongeluk krijgen (en daar anderen mee benadelen)
Of ik wil die hartkloppingen niet
Draai om door het positieve te benoemen
Vandaag rij ik ontspannen door / over …..
Vandaag heb ik zelfvertrouwen in de auto.
Vandaag zet ik de airco aan want het is warm in de auto.
Ik rij veilig en alert.
Als ik hartkloppingen krijg weet ik in ieder geval dat ik leef!
Humor werkt overigens ook erg goed om de scherpe randjes eraf te halen. 😉
Toelaten van je angst
Lees het volgend verhaaltje aandachtig.
In een afgelegen dorp woonde een prinses. Ze was eenzaam en zocht het avontuur op met haar enige goede vriend, Luna haar witte kat. Na een lange wandeling door het bos kwamen ze bij een afgelegen huis aan met kapotte ramen.
De prinses liep de 3 treden omhoog naar de voordeur, ze deed de voordeur open en liep door een half donkere kamer naar achteren. Het was vochtig en de houten vloer kraakte onder haar voeten.
Aan het einde van de kamer zag ze een gesloten door, deze deur trok haar aandacht. Hij was spannend en uitdagend tegelijk.
Voorzichtig liep ze naar de deur toe tot plotseling…..
Een vreselijk geluid kwam achter de deur vandaan en een knal tegen de deur zorgde ervoor dat de deur langzaam openging. De prinses was zo bang geworden dat ze besloot heel hard tegen de deur te duwen. En ze merkte dat hoe harder ze duwde hoe angstiger ze werd.
Ook bedacht ze dat ze niet eeuwig tegen deur aan kon blijven duwen, zo zou ze nooit geen andere avonturen beleven. Met deze kennis besloot de prinses om door een klein kiertje van de deur te kijken.
En wat zag ze daar?
Luna die een muisje had gevonden en er achterna zat, en dieren houden nu eenmaal geen rekening met de spullen die er stonden. De enthousiaste Luna rende zelfs zo hard dat ze tegen de deur aan botste.
Steeds verder ging de deur open en de angst werd minder en minder. Tot het moment dat Luna de prinses zag staan.
Luna keek op en sprong de prinses in de armen om haar een heerlijke knuffel te geven.
De prinses zei tegen Luna, wat een spannend avontuur was dit……Op naar de volgende. En de kat? Die baalde dat de muis nog steeds vrij rondliep.
Laat me in het commentaarveld hieronder weten wat je inzichten zijn na het lezen van dit korte verhaal.
En als dank geef ik je GRATIS een oefenschema waarmee je zelf aan de slag kan.
Foto:“Scooby-Doo vs. Zero (303/365)” by JD Hancock is licensed under CC BY 2.0
Hoe spannender je het voor je zelf maakt, hoe groter je angst word.
Intussen heb ik geleerd dat mijn gedachten geen feiten zijn.
Dus voor zover het lukt laat ik mijn angstige gedachten niet toe.
Ik zelf spreek mezelf altijd moed in.
Dank je wel voor deze wijze les weer.
Hallo Claudia,
Ja, je slaat de spijker op z’n kop!
Je schrijft het heel goed; “voor zover het lukt laat ik mijn angstige gedachten niet toe”
Ook weten dat je wel eens angstige gedachten hebt is prima, want er tegen vechten maakt het groter (en dat wist je al)